De tijd
Toen de dokter mij had onderzocht, de foto’s had bekeken.
Fronste hij het voorhoofd en zijn blik deed mij verbleken.
Hij zuchtte diep en keek mij aan, hij wachtte om te spreken.
Kom zeg het toch smeekte ik hem geef mij toch taal of teken.
Wel kijk op je klok hoe laat het is, dan zal je het gauw weten.
Ik zocht maar vond mijn uurwerk niet, ik was het vast vergeten.
Neen, doe geen moeite zij de arts, je hebt het opgegeten.
Dat was ‘t getik dus in mijn buik ik had het moeten weten.
Ik ben nu een gelukkig man ‘k laat mij niet opereren.
Want kom ik ergens te laat, ‘k moet mij nooit excuseren.
Al sta ik uren in de file het kan mij niet meer deren.
Maakt ook jouw uurwerk je depressief… ik wil je ’t slikken leren.