Nonkel bakker,
Mijn nonkel bakker.
Hard werken voor de zaak.
Feesten bij de familie en vrienden.
En af en toe een pint in het café.
Zo kwam je tot je pensioen.
Tijd om even te genieten,
Zeggen de meesten dan.
Maar dat was jou niet gegund.
Slechte benen door dicht slippende aders.
Gaven je pijn en het ziekenhuis tot gevolg.
Nieuwe aders,
Was de bedoeling.
Een nieuwe broek,
Werd wel eens gezegd.
Helaas werd die zogezegde broek,
Niet aanvaard ...
Je voet begon te sterven,
Met acuut ingrijpen tot gevolg.
Nu zat je daar met anderhalf been,
En een grote doorligwonde aan je kont.
Maarja ... een prothese,
Zou dan de oplossing voor je zijn.
Ook die hoop werd ons ontnomen,
Alleen jou werd het niet verteld.
Door de val op je stomp,
Werd er weer een stuk afgehaald.
Ook de doorligwonde werd erger,
En begon stilaan te rotten.
Je kwam op intensieve terecht,
Waar het negatieve nieuws ons werd veteld.
Dichtslippende aders en niet-helende wonden,
Brengen op termijn je dood tot gevolg.
Je bent weer aan de beterhand,
Althans zo lijkt het maar.
Want jou word niet verteld,
Dat de dood aan je ligt te vreten.
Je overige voet word ook steeds slechter,
En morfine en bloedgebrek geven wegvallen tot gevolg.
Je praat met me,
Over koetjes en kalfjes.
Over alles wat er in de werel gebeurt,
Van familiegebeurtenissen tot het actuele nieuws.
Maar ook over jezelf ...
De prothese die je zou krijgen ...
De revalidatie die je volgt ...
Maar terwijl vallen je ogen af en toe dicht,
En je mond weer open.
Alsof je vol goed moed naar de toekomst kijkt,
Terwijl je ertussen door flapt dat je het niet meer ziet zitten.
Je moest eens weten,
Wat ons allen werd verteld.
Misschien weet je het zelf al wel,
Maar daar word niet over gesproken.
Gelukkig geven sommige dingen je moed,
Aardbeien, suikervrije pralines en je kleinkinderen doen je goed.
Dat is dan ook wat we je allen van harte geven,
Voor zolang je nog
...
...
...
Mag leven.