Tijdens daverende dagen,
wanneer ik vol van vuur
schroeiend schrijf
wordt ik immer opgeschrikt.
Op mijn vensterbank,
op een kleine meter afstand,
staat een bijna ledige plastic fles.
Een beperkt bodempje spa,
en een potentieel pantoffeldiertje
is alles wat nog rest
van een exhaustieve excursie.
Toch openbaart dat drupje spa-blauw
een fantastisch fysisch raadsel:
De wankele wanden storten in,
en deinen dan weer uit
met een kleine, kosmische knal.
De fles is een blijvende beweging,
een perpetuum mobilspablauw.
Met dit wonderlijk water,
deze dolle wetenschap,
krijg ik een prominente plaats
naast Newton en Einstein.
Toch laat me dat compleet koud,
ik ben geweldig geïnteresseerd in
mijn tergende tragedies en
de boodschap van het
profetische pantoffeldier.
Newton kan de boom in,
kennis is relatief.