Waarom zou ik je iets vertellen,
als het toch niets met je doet.
Waarom zou ik je de reden geven,
dat ik je niet meer groet.
Jarenlang zijn wij
dezelfde weg gegaan.
Totdat jij niet meer verderging
en je bleef staan
Ik ben doorgelopen
en verderop heb ik staan wachten.
Jaren heb ik daar gestaan
lange dagen en lange nachten.
Daar heb ik gewacht
of je verder lopen zou.
Ik heb je naam geschreeuwd,
geroepen dat ik van je hou.
Toen ben ik toch maar doorgelopen
Ik heb nog veel aan je gedacht
aan de tijd dat we samen waren
en aan de tijd dat ik op je heb gewacht.
Misschien over een tijd spreken we elkaar weer
en vertellen we elkaar alles.
Maar vergeet ondertussen nooit
je bent en blijft mijn zus.