geef me geen geschenken,
'k heb niets meer nodig,
integendeel,
van alles veel te veel,
'k geef 't pakje ongeopend
met strik en al aan 'n ander ...
want je gaf
meer dan genoeg
door alles wat je zomaar deed,
toppunt van al en da's straf,
'k werd erdoor mistroostig
en 't eindigt meestal,
in ondankbare woorden ...
'k was dat zo gewoon geraakt,
de lakens uit te delen,
ervan uitgaand,
dat niets goeds me toekwam,
handig he,
nooit aan niemand een merci ...
maar als er iets is,
waarmee je me echt kan plezieren ...
geen hond nee,
daar begin ik niet meer aan,
die hangt altijd aan je been,
wil overal met je heen,
en breekt je hart bij 't afscheid ...
nee, haal een reptiel uit 't asiel
iets schubbigs,
verradelijk met dodelijke tanden,
nagelaten voor de zomerreis ...
daar kan ik het wonderwel mee stellen,
jeweetwel, gelijkgestemde zielen ...
maar mocht je dat niet zien zitten,
wel 't mag ook een koppig geitje zijn,
liefst één met sikkebaard,
sierlijk gekromde duivelshorens,
en hangend klokkenspel ...
zo wijs,
dat je er nog van kan leren,
hoe je bvb gezond kan leven,
poepsimpel met slechts één kostuum,
onder de blinkende sterrenhemel,
mekkerend en beierend,
met enkel wat gras content,
en wie weet,
hoef ik in 't vervolg
meteen ...
ook niet meer,
't gazon af te maaien !