Vast geketend,
aan haar ziel.
Weent ze,
zacht in de stilte,
van de nacht.
Haar kreten,
nooit gehoord.
Weet ze,
haar glimlach,
valt uit elkaar.
De duisternis,
is opgekomen.
Voelt ze,
tranen glijden,
komen samen.
Het einde,
niet in zicht.
Vraagt ze,
of misschien,
dit een einde is..