Nee, laat me maar
Het is donker om me heen
Niet dat ik daar iets op tegen heb
Nee, ik vind het fijn
Maar die is anders
Dit is fout
Sombere duitsernis
Het is stil
Niemand die dit wil
Ik kijk naar het mes
Laten vallen, voor altijd
Maar toch de littekens blijven verbergen
En er naar verlangen
Mn vrienden om me heen
Maar toch voel ik me alleen
Ik zou een knuffel willen
Even een omhelzing
Maar het voelt zo verkeerd
Ik weet niet wat ik moet doen
Nog steeds die duisternis om me heen
Ik gil, ik krijs en ik gil opnieuw
Niemand die me horen wil
Stilte om me heen
Dan het gezicht van mevrouw Dam
Sanne
Me opa
Me andere opa en oma
Ik wil naar ze toe
Maar ik weet dat het niet gaat
Ik probeer dichter bij hun te komen
Maar het gaat niet
Ik probeer ze aan te raken
Maar ze vervagen
En dan...
Dan zijn ze weg
Ik gil, ik krijs en ik val
Probeer overreind te komen
Maar ik val in een diep gat
Ik val en ik val
En ik kom op de grond
Probeer op te staan
Maar ik val weer terug
De tranen stromen over mn gezicht
En ik weet...
Ik weet dat ik weer van de trap ben gevallen,
dit keer helemaal naar beneden...
Toch geef ik niet op
Nee, ik laat me niet verslaan
Ook niet nu
Niet als iedereen me verlaat
Want vroeg of laat doen ze dat toch
En wat ik dan nog over heb...
Is god en godin
Want die zullen altijd aan mn zijde staan
Maar toch...
Toch vraag ik mij af, telkens weer
Waarom kunnen de goede dagen,
de slechte niet overwinnen?