Jij was als een tweede vader.
Je hielp me met school.
Omdat ik soms zo gek werd.
En zo vol.
Maar jij hielp me dan met die KLOTE school.
Als ik je mijn cijfer lied zien,
Van mijn proefwerk.
Dan zag ik trots op je gezicht.
En langzaam werd ik dan trots.
Jij was als een tweede vader.
Maar die dag.
Ik stepte weg van school,
Met mijn nieuwe cijfer.
In mijn bol.
Ik had er zoon mijn best op gedaan.
Maar die dag is veel te onaangenaam.
Toen gebeurde het.
Opeens bleef ik staan.
Er was niemand om mij heen.
Behalve jij.
Maar jij wist niet dat ik er was.
Ik zag je dat gebruiken.
Waarvan je zei dat ik het nooit moest doen.
Ik zag je drugs snuiven.
Mijn hoofd brak in tweeën.
En mijn hard viel uit een.
Ik barste in snikken uit.
En stepte weg zo snel mogelijk heen.
En toen was het dat de elenden begon.
Ik haalde die mooie cijfers voor jouw.
Alleen maar voor die ene glimlach.
Ik heb berouw.
Want het voelt alsof je dood bent.
Maar daar ben ik nog niet helemaal aan gewend.
Ik wil telkens weer naar de plek waar ik je altijd begroeten.
En war ik jou heb gekend.
Ik wacht daar dan wel uren.
Maar nu snap ik dat het over is.
Ik dacht dat ik eindelijk iemand had,
Om mee te praten.
Maar god in de hemel kon dat weer niet toelaten.