Er waren eens
twee kleine kaboutertjes,
spelend in het groene gras.
Hun glimlach werkte zo aanstekelijk
dat iedereen spontaan
begon mee te lachen.
Hun oogjes glinsterden als de sterren,
hemelsblauw en jong
net als hun licht gezichtje.
De twee kleine kaboutertjes
negeerden de paddestoelen
en gingen hun eigen weg.
Zo klein als ze waren,
zo groot zullen ze worden.
Mijn twee kaboutertjes.