Een macht tot in mezelf,
dezer nacht.
Vanuit alle donkere
hoeken een soort donkere leegte.
Om dan nog even op
dat bed te gaan zitten. Ik overkijk
mijn leven doorheen elke dag
op de ander.
Dragende van dit gewicht
op mijn rug. Het is
gewoon dit alleen zijn. Het rukt
vretend aan me, vreet mijn
ziel kapot.
En nog een donkere gat
toegevoegd. Aan dit gevoel
zolang dit gevoel nog duurt en
nooit eindigt.
Elke avond had ik dit
overdacht. Ten gevolge dan,
de conclusie, dat ik
zonder kracht van eigen
eenzaamheid niet verder kan.