Kijk daar ligt de wonde, mijn wonde
jouw wonde, want je snijdt maar, nee
niet zomaar, op die plek, je weet
goed genoeg waar je wil, op dezelfde
plaats waar je je handen legde, waar je
niet weg wilde, je kon het toch niet, niet
laten om in mijn leven te blijven, je moest
zo nodig doorbijten, ja je moest, je schrik
wegsnijden om een beeld te worden, of slechts
een vlek in de rij, maar dat ben je niet, zie je
dan niet hoe ik mezelf tegen de muren gooi
waar jij zomaar doorheen raast, je bent botter
dan ooit in je woorden, in je zijn, je bent niet
meer wat ik moet zien in jou, je hebt je armen
omhoog gehouden en nu sla je ons neer
als je me hoort, in alles wat ik zeg is een woord
verkeerd, of is het de klank die je stoort, de heimwee
in mijn stem die zich niet verbergt
zoals jij je pijn verbijt door dat bittere in je ogen
te leggen, wie er ook naar je kijkt, je blik
verstart, je kan niet naast me kijken, alles
ruikt naar mij, alles doet je hier terug liggen, zoals
er hier niemand ademt zonder dat jij hoest, zonder dat
jij je verstikt in je woorden, die zoveel meer
verkeerd zijn dan demijne.