Gedachten dwalen door haar hoofd,
Wat moet ze zonder hem.
Hij is altijd haar houvast geweest in het leven,
Haar levenspartner.
Haat en liefde,
Wisselden elkaar af.
Tot nu.
Nu moet er een stap gezet worden.
Ze weet het.
Toch durft ze niet.
Een beklemmend gevoel grijpt haar keel
Ze weet wat ze moet zeggen
Alleen de woordenstroom blijft weg.
Denkend aan vroeger,
Verlaat een zucht haar mond.
Tijd is onomkeerbaar,
Net als haar verlangen naar hem.
Denkend aan vroeger pakt ze zijn tas,
Als woorden niet genoeg zijn,moeten er daden aan te pas komen.
Bij het laatst kledingstuk staat ze even stil,
Denkend aan de leuke tijden,
Ontsnapt een traan aan haar oog.
Ze weet dat ze hier goed aan doet.
Toch voelt het niet zo.
Het voelt als verraad,
Na al die jaren.
Zijn tas staat ingepakt bij de deur,
Bijgevoegd is een lange brief.
Deze zal hem aanwijzingen geven.
Antwoorden kunnen niet gegeven worden.
Er bestaan geen antwoorden,
Op onbeantwoordbare vragen.
Ze eindigt de brief met
Ik heb van je gehouden,
Onthoud dat, wat er ook gebeurd.