WEERZIEN
De witte roos, roerloos en stil
staat daar in de kamer
een herinnering van wat ik wil
en wat ik wens voor later
Geschreven liefde, de blauwe inkt
is nog lang niet dof
de regels naast de kantlijn
zijn een schrale troost, doch
Wil ik boven wolken zijn
en nader tot de zon
verkoeling, dan wel de warmte voelen
van een eeuwigdurende vonk
De zachte bries vanuit het land
waar tijd geen einde heeft
vanuit de richting waar de tremor
aan de horizon beeft
Daar waar de schuimkoppen
nippen aan de kim
en waar zonnen dalen
tussen slaap en wakker in
Zal een weerzien plaatsvinden
langs de regenboog
met de prachtigste kleuren
tot in het hemelhoog
Bij sterrenduister en schaduwlicht
een onbevangen droom
als een papieren bootje
deinend op de stroom
Kabbelend op het water
naar een zee van blauw
terug naar het eind van het begin
en terug naar jou