Onzichtbaar voor alles om me heen,
niemand ongerust over mijn verdriet.
Helemaal alleen,
zonder dat iemand me ziet.
In de stilte loop ik rond,
diep in de nacht.
Van binnen zit een grote wond,
maar eindelijk heb ik de macht.
Macht over mijn leven,
zonder dat iemand me aan kijkt.
Niemand houd me tegen,
ik doe wat ik wil en niemand die zeikt.
Niemand heeft een slecht woord over me te zeggen,
want in hun ogen besta ik niet.
Ik bepaal zelf welke grenzen ik wil verleggen,
en ook al is er niemand die dat ziet.
Ik kan trots zijn,
op wat ik heb bereikt.
het lijkt me zo fijn,
als niemand naar me kijkt.
Als niemand mij kapot ziet gaan,
kapot van angst, kapot van het leven.
Ver hier vandaan,
kan het me worden gegeven.
De onzichtbaarheid waar ik op wacht,
de mensen die dwars door me heen kijken.
Maar nu heb ik nog genoeg kracht,
om een zichtbaar leven te bereiken.
Ik wil nog niet opgeven,
ik ben nog niet te verslaan
er valt nog zo veel te beleven.
Daarom blijf ik door gaan.
In mijn dromen zie je me niet,
dan ben ik even verlost van de pijn.
In mijn dromen besta ik niet meer,
ik zou zo graag een droom willen zijn.