Van binnen heerst een razenij,
want mijn vader dat ben jij.
Het liefst zou ik je willen vergeten
ik wil je naam niet eens weten.
Al twintig jaar heb ik je niet gezien,
en iedere keer denk ik is dat hem misschien.
Hoe kon jij mijn moeder slaan,
maar zonder jou had ik niet bestaan.
Als ik in de spiegel kijk
is het deze gedachte die ik ontwijk.
Wil niet lijken op jou
maar na het zien van die foto weet ik het zeker
en mijn gezicht wordt bleker
waarom weet ik het nou
Ik haat je, veracht je
Maar moet ik mijzelf haten,
Ik wou dat ik er met iemand over kon praten.
Jij maakt wie ik ben in het heden,
Maar kan ik leven met zo’n verleden.
Wil ik het wel onder ogen zien,
Dat ik op jou lijkt misschien?
Maar de angst om op jou te lijken doet mij pijn.
Het idee om schizofreen te worden is niet fijn.
Bij niemand kan ik mijn gevoelens uitten
Ik wil dit hoofdstuk het liefst sluiten.
Wat voor man geeft zijn kinderen zo af,
Ik haat je wil dansen op je graf.
Ik schrik van mijn gevoelens gevuld met haat
Ik wil alleen dat dit gevoel mij verlaat.