nooit was ik goed genoeg voor de rest.
ik was lelijk en dom.
stiekem wist ik dat best.
ik deed alsof ze logen.
deed mijn ogen dicht.
zat amper of niet bewogen.
in een hoek te wachten tot het over was.
denkend dat ik hard zou lachen.
als iemand mijn afscheid brief las.
maar ik vluchte ging ergens ander wonen.
want hoe dan ook.
ik zou weer tot leven komen.
maar ik heb mezelf iets belooft.
wat ik niet na kan komen.
waar ik stiekem niet in heb gelooft.
tot de dag van vandaag wil ik opgeven.
komt er ooit nog een dag.
of kies ik ervoor om op te geven.
ik zit in mezelf bekneld.
ik weet het echt niet meer.
dat heb ik ze zo vaak verteld.
maar niemand zag mij ooit staan.
dus wie ben ik...
als ik niet weg zou gaan.
weg van alle ellende.
want hellaas is mijn leven.
al levenslang een bende.
ik ben gesloten in mijn gedachten.
sluit me op sluit me op.
maar wat kan ik van ze verwachten?