Je praat tegen me,
alsof alles normaal is,
maar in mijn ogen kijk je niet,
je kent me zo goed,
maar één ding weet je niet,
één ding dat ik nooit aan iemand vertel,
één ding dat ik mis,
één ding dat ik zou willen,
je neem m'n kin tussen je vingers,
en kijkt in m'n ogen,
of dat denk ik toch.
verbaast laat je me los,
dat voel ik gewoon aan,
'je bent blind' gil je dan.
en zo gaat het elke keer opnieuw.
en ze hebben allemaal gelijk.