In de duisternis van de nacht
ontwaak ik uit mijn slaap
als een oester liggend op een waterbed
soms open, meestal gesloten
Ik droomde van een sleutel
naar een schatkist, naar het licht
naar vreugde en geluk
naar de parel in de oester
naar mijn ziel
Eenmaal open vind ik daar
een glanzend, gouden amulet
als een parel ligt het daar
een traan beklemd in een visnet
Als sneeuw voor de zon
smeltend goud, mooie kleuren
langzaam verdwijnend uit mijn zicht
zal het eens weer wederkeren
en zal het slot zich sluiten