Natuurlijk verwildert de natuur te gauw
tak na tak, vastgegrepen door het najaar
Iedere zucht is een kil herfstbruin gebaar
En pluisjes zweven weg in het het wolkenblauw
Natuurlijk vinden we de nieuwe wind te grauw
En staat ons wantrouwen al veel te snel klaar
Toch spelen kinderen van november met elkaar
Met de bladeren, dekens tegen decembers kou
Welke rimpels de boomstam ook doorklieven
Bij het ochtendgloren lijkt alles gracieus
En kan het lot slechts zwartkijkers nog grieven
Moeder Natuur verbergt steeds iets mysterieus
Verscholen geluk dat niemand kan dieven
Ze zingt een lied, innemend en fabuleus