Ze kon het niet begrijpen.
omdat niemand naar haar om kon kijken.
haar zelfvertrouwen totaal verdwenen.
ze heeft nachten gebeden.
om haar tranen weg te laten gaan.
ze kan haar zelf beeld niet meer aan.
van binnen kapot.
van buiten verrot.
krassen verschenen over haar hele lichaam.
en ze bleef maar staan.
tot dat ze viel, op de grond.
biddend dat ze niet bestond.
haar mes schraapte de pijn.
van het vernedert en afgestote te zijn.
door haar vader gehaat.
de hele familie die slecht over haar praat.
haar tranen zagen ze aan als bederf.
met een lag geschildert met verf.
een masker afgezet.
omdat ze het niet meer ret.
bloed aan haar muren.
proberend de pijn te verhuren.
het was niet duur.
maar het klonk nogal guur.
Zij is de ziel in mijn lichaam gevangen.
met elke dag tranen over mijn en haar wangen.