Ik ben nu gelukkig,
ze accepteren mij.
Toch voelt mijn hart verbrokkeld,
het slijt nog van de pijn.
Pijn dat ik gekend heb,
en me zal blijven volgen.
Bang voor het terugvallen in mijn oude gewoonte.
De gewoonte van het liegen.
Waarvoor ik ben gestraft.
Ik ben nu wel veranderdt maar de bestraffing was zeer hardt.
Ik heb ervan afgezien maar ook van geleerd.
Het was een dubbele periode met veel leed.