Zijn moeder bracht hem
s´morgens zijn ontbijt
op bed.
Nog steeds na dertig jaar.
Dan had ze thee gezet.
En een boterham met kaas gemaakt.
Een eitje in een eierdop er bij.
Ze bracht het naar zijn kamer.
Om half acht.
En zonder lach stond zij.
op wacht.
Heel dwingend
met haar oordeel klaar.
Zijn aktetas
vlak bij de buitengang.
Voor straks op zijn kantoor.
Die had ze neergezet
alvast.
Ze kuste hem
Dan bij ´t vertrek.
Dan leek het hem soms net,
alsof hij weg ging naar zijn school.
Maar durfde dan bij haar,
dit nimmer aan te kaarten.
Hij had zich véél te lang
op haar verlaten.
Ook als hij buiten kwam.
Zijn auto startte,
stond zij voor ´t raam.
Als huisbewaarster,
die zijn levensader tartte.
Beschermvrouw van zijn beklemd bestaan.
Bij zijn moeder die er altijd was,
bleef hij het jongetje van de klas,
met steeds meer tegenzin.
Fatsoenlijk onder dwang.
Want hij was bang
voor haar.
Al dertig jaar.
Maar als hij protesteerde,
en zij zich huilend van hem keerde.
Zei zij:
´´Je bent ondankbaar,
voor al mijn goede zorgen.
Je hebt mij diep gekrenkt.´´
Dan met een héél diep schuld gevoel,
Héél dubbel toch,
met héél veel haat ,
vernielde hij de boel.
Dat luchtte op.
Héél even.
Toch werd hij teruggefloten.
want s´avonds bij het avondmaal,
zag hij die slingerklok,
steeds weer.
Al dertig jaar.
Daar aan de muur,
vlak bij de schemerlamp.
Verschoten.
Die klok die dreigend
sloeg en tikte.
Want als hij vroeger
soms als kind iets flikte,
iets zei of wilde vragen,
pakte zij de lange zweep
en kreeg hij twaalf slagen.
En steeds van oost naar west,
van west naar oost,
Was daar die slinger van die klok.
Steeds heen en weer.
Doch nooit vooruit.
Symbolisch voor zijn leven.
Zij was hardvochtig,
zonder troost.
En altijd was;
De Zonde,
in zijn bedrukt bestaan.
De straf van God.
Een strenge God,
van haar.
Maar óók door haar,
Met hem verbonden.
Maar toen ze weer
zo s´morgens vroeg
op Maandagmorgen kwam.
Met thee.
Met eitje
en een boterham,
zag zij zijn silhouet.
In tegenlicht.
Zijn lichaam als een klokgewicht,
bij ´t tochtig open raam.
Heel slap en ongetroost.
Zijn benen van de grond.
Slingerend van oost naar west,
en weer van west naar oost.
Er lag een briefje op zijn bed.
Hij had geschreven:
´´Mama van mij
heb jij
gestolen als een dief,
mijn toekomst en mijn eer.
Je zat gevangen in je angst
mij kwijt te raken.
Je dwong me niet te groeien.
Nu wil ik óók niet meer……..´´
red one: | Donderdag, maart 26, 2009 12:17 |
Heel triest inderdaad. | |
Leon Larssen: | Donderdag, maart 26, 2009 11:58 |
PS. Door haar nieuwe kind onbewust psychisch op 5 jaar te houden, wilde ze de herinnering aan haar eerste kind bewaren.Die kon ze niet loslaten.Haar tweede kind moest haar eerste kind volledig vervangen.Dus ook de leeftijd. | |
Leon Larssen: | Donderdag, maart 26, 2009 11:47 |
Ik beschrijf hier een traumatische ervaring van een moeder die haar zoontje voor de oorlog was kwijtgeraakt op vijfjarige leeftijd en in de oorlog toen er een nieuw kind werd geboren en de bommen op Schiphol vielen en na het bombardement op Rotterdam zo bang was geworden dat ze haar kind in alles overdreven bleef beschermen. Haar nieuwe kind mocht psych. niet ouder dan 5 jaar worden.De zelfde leeftijd, waarop haar eerste kind was overleden. Het is dus een deels op waarheid berustend g |
|
Sammie Beltane: | Donderdag, maart 26, 2009 01:02 |
Ken ook zo''n moeder, = treurig,, de jongen nu man heeft geen levenservaring op kunnen doen, werd behandeld door haar als the Last Emperor, treurig want je hoort je koters toch voor te bereiden op een eigen en volwassen leven:P Liefs Sammie X | |
tinkelbel10: | Woensdag, maart 25, 2009 20:13 |
triest...heel triest..ben er stil van.. | |
red one: | Woensdag, maart 25, 2009 13:39 |
ik ken zo''n moeder en de zoon is gelukkig heel erg eigenwijs dus die zal het wel redden. | |
red one: | Woensdag, maart 25, 2009 13:39 |
Pijnlijk en zo triest :S | |
Auteur: Leon Larssen | ||
Gecontroleerd door: pantarhei | ||
Gepubliceerd op: 25 maart 2009 | ||
Thema's: |