het was niet je mond
waarmee jij me vroeg
dichtbij te komen
het was in je ogen, diep
voor mij eerst verborgen
en je raakte niet mijn huid
in alle dagen dat we samen waren
het oppervlakkige was niets voor jou
tot diep in mijn geest kwam je met woorden en gevoelens
en de schoonheid die je me gaf
en ik liet je toe
in mijn geest, gedachtes, delen was wat ik
met je wilde
en jij met mij
maar elke tijd gaat voorbij
je huid is naast me
gehuld in een waas van afstandelijkheid
je roep, je vraag is weggestorven
waar je ogen zich op richten weet ik niet
en ik besef dat het hier zo is dat
oprechtheid niets meer brengt dan stilte.