Ik leef in een wereld , daar waar niemand me kan raken.
Ik bouw bruggen, achter muren
Ik leg stenen niet meer naast me neer.
Overgoten van mijn gedachten,
Of zijn het tranen?
wat ik voel.
Keer op keer.
Ik leg grenzen in mijn leven
Maar kan de lijnen zien.
Hoezo om iemand geven?
Als het weg is,
in één tel of tien.
Mijn wereld zijn grote vierkante vlakken.
Wat weg doemen voor mijn zicht.
Het lijkt wel alsof iedereen me probeert te pakken.
Bedenk ik me, terwijl ik verstopt zit in dit gedicht.
misschien ben ik in mezelf gekeerd.
Ookal komt het doordat ik de wereld niet meer durf te zien.
Te weinig op anderen gericht.
Maar ik voel me gezonken in de tranen wat ik toch niet verdien.
Maar samen met mijn bruggen en grenzen.
Probeer ik er in zoverre iets van te maken.
En ookal ken ik mijn doelen zoals dromen.
Ik leef in wereld,
daar waar niemand me kan raken.