De oever
Ik heb het gevoel
dat ik weer
de verkeerde kant op buig.
De stengels steken
voorzichtig in het water,
tasten de grens af
tussen koud en warm
Mijn gevoel drijft
van de oever af,
steeds verder, draait
sneller rond
Ik heb het gevoel
dat ik weer
in zwart-wit begin te zien
De grijstinten zijn vergrijst.
Door het duister kleuren
ze zwart, de zon kan het niet
meer verhelderen
En ondanks dat het verleden
begint te vervagen,
zijn mijn herinneringen
zo helder als het water
dat onder mijn stengels drijft.