De avond is gevallen,
Aan de horizon verschijnt het avondrood,
Wolken beginnen zich uit te stallen,
Al deze pracht brengt me bijna in ademnood.
De regen komt met bakken uit de lucht,
Vlug zoek ik binnenshuis mijn toevlucht.
Vanuit mijn raam geniet ik verder,
Buiten wordt het steeds donkerder.
Deze hemelse zegen in al zijn pracht,
Brengt ons rustig richting de nacht,
Al deze donder en bliksemschicht,
Maakt de horizon wederom zo licht.
De regen wordt heviger en feller,
De wind die raast steeds heller.
Ik ga me ontspannen te rusten leggen.
Het onweer heeft nu immers alles voor het zeggen.