waarom?
waarom deed je dit?
was er nou niets wat je op kon vrolijken?
was er nou niets wat het diep zwarte grijs kon maken?
was er nou niets om jou in leven te houden?
je hebt je keus gemaakt.
je hebt je hart gelucht.
je hebt verdriet gemaakt.
je hebt ons laten schrikken.
kon je niet nog even blijven?
kon niet even gedag zeggen?
kon je niet even zegen waarom?
kon je niet even die laatste woorden zeggen?
het was jou keus van niet.
je wou snel,
snel weg van de wereld.