Ik heb mezelf niet in de hand.
Gisteren is verleden tijd.
Maar ik kan het niet zomaar vergeten.
Ik was mezelf niet en als ik mezelf wel was kende ik me niet.
Weg, weg van deze plek als een hel.
Ik kan het niet, ik wil het niet.
Ik wil weg ver weg van hier.
Ze proberen me om te praten.
Hopen dat het iets mag baten.
Ik mis de oude tijd, ik mis hoe het vroeger was.
Alles is veranderd alles gaat slecht.
Blij zijn lukt bijna niet.
Daarvoor heb ik veel te veel verdriet.
Het lukt me niet hoe hard ik er ook voor vecht.
Ik wil de blije ik weer terug.
Maar het gaat niet zomaar.
Waarom werkt niemand mee?
Tranen lopen over mijn wangen..
Tranen, ze vormen bijna een zee.
Ik heb mezelf niet in de hand.