lief dagboek,
Vandaag heb ik een reis gemaakt naar de toekomst alwaar het verleden en het heden slechts nog fictie zijn. Het ik en nu zijn toch slechts schijnwerkelijkheden in dit leven, alwaar de echte werkelijkheid de fantasie is die beleefd wordt tijdens de afwezigheid van het rationele. Mijn camera weigerde vandaag de fantasie weer te geven achter de schijnwerkelijkheid zoals me dat vroeger wel lukte toen ik de liefde uit de ogen flitste van mijn slachtoffers achter de lens.
De zon lijkt vandaag niet echt, alsof hij er niet hoort te zijn, ik voel de regen, de nattigheid, het zuigende verlangen naar een toekomst die zo onbereikbaar lijkt. De patienten van mijn vader, die zeuren over ieder pijntje, die het onvermijdelijke willen vermijden, die willen weten waar onwetendheid het beste is. Die patienten, goh, waarom denk ik nu aan hen? Lief dagboek, luister eens naar dit.
als ik wist
wie ik zou zijn
als mijn verleden
niet verdraaid zou zijn,
als mijn heden,
niet verwurgd zou zijn,
als mijn pijn,
niet van mij zou zijn,
als mijn verdriet
gedeeld zou zijn,
wat zou ik dan
toch anders doen?
Lief dagboek, je snapt het al, ik ga weer eens een snoepje nemen voordat ik alle controle over mijn gevoelens weer verlies. Morgen wordt weer een interessante dag, want dan mag ik een dag meehelpen met billenkoek ontwikkelen voor Peijnenburg. Gelukkig wordt zo’n koek van meerdere billen gemaakt, anders zou ik me nog vervelen ook en zou de tussen-n zich eenzaam voelen. Ik groet u en tot morgen,
Avé, dag boek.