Het begint uit de hand te lopen, zeggen ze,
De situatie verslechtert
Met een akelige kalmte vertel ik ze,
Dat ik mijn gezicht open had gesneden, meerdere malen,
Elf sneeën de laatste keer
Alsof ik een grote stap heb genomen, alsof ik er mee zit
Als mensen me echt zouden kennen zouden ze weten,
Dat ik al een hele tijd rondloop,
Met een speld in mijn huid gestoken
Als een soort surrogaat voor een cilice,
Om me op de wereld te houden,
Om niet te vergeten dat ik leef
Ik ga naar een psychiater,
Waarschijnlijk ook naar een priester
Dat is wat mijn ouders en vertrouwenspersonen graag willen
Mij maakt het niet uit, ik vind het allemaal best,
Zolang het initiatief maar niet bij mij wordt gelegd,
Of van me wordt verwacht, dat ik een teken van leven geef
Ik zal vast wel hulp nodig hebben, dat ontken ik niet,
Maar van mij hoeft het niet zo per se
Voor mijn part ga ik ergens liggen en rot ik langzaam weg,
Tot het mos zelfs mijn lippen bedekt,
En je geen klank meer van me zult horen,
Geen ademtocht, geen leven
De laatste traan voor mijn lot,
Is al lang geleden opgedroogd
Nooit weer zal ik de pijn voelen die ik voelde, nooit weer
Mijn ogen vervagen, het wordt langzaam nacht
De vleugels van mijn ziel zijn gebroken,
Ik val in het duister
Alleen een Engel kan me nu nog vangen, ik blijf vallen
Hoe had ik kunnen weten, dat het zo zou eindigen?