Het ongeboren kind.
Het ongeboren kind in mij
is nu nog zo klein
nog zo teder en zacht.
Het ongeboren kind in mij
het komt niet, het gaat
naar de hemel.
Het ongeboren kind in mij,
mijn eigen vlees en bloed.
Het doet me zo'n pjn,
pijn dat ik je niet houden kan.
Het ongeboren kind in mij,
je bent straks vrij.
Het ongeboren kind in mij,
krijgt een ander leven
daar boven, in de hemel.
Het ongeboren kind in mij
het doet me zoveel pijn
en zoveel verdriet.
Waarom kon het niet anders,
waarom kon ik je niet houden,
waarom kon ik jouw geen
goed leven bieden, en moet
ik je laten weghalen..
Waarom?
Het ongeboren kind in mij,
je bent nu 6 weken en 3 dagen.
Je moet het leven te vroeg verlaten.
Een mooi leven had je zeker
en wel verdiend,
maar het ging gewoon niet.
Het ongeboren kind in mij,
het komt er niet
het gaat naar de hemel.
Het mooiste sterretje
zul jij daar zijn.
Mijn engeltje dat zul je altijd zijn
Jouw vergeten dat zal
ik nooit doen,
ookal ben je nog zo klein.
Rust zacht mijn kindje,
rust zacht.
Het spijt me.
5 April geschreven.
13 April wordt het weggehaald.