Alleen in het donker, zonder hoop.
Weg ben jij met alles wat wij hadden.
Samen waren wij vroeger één.
Samen versloegen wij ze allemaal, één voor één.
Paar maanden later ben ik nog steeds alleen.
Zonder hoop dat jij terugkomt, zonder iets wat mij gelukkig maakt.
Voel me alleen zonder jou.
Want jij maakte mij altijd gelukkig.
Lange dagen veranderen in maanden.
Ik kan niks doen dan alleen denken aan de tijden.
Iederéén is wel gelukkig, niet alleen hij of zij maar ook misschien jij.
Voormij is het tijd nu voorbij.
Ik drink af en toe te veel.
Alles gaat in één keer door mijn mond naar de keel, soms ook te veel.
Rook ook soms een sigaretje.
Is dit niet allemaal teveel?
Heb je beloofd om het niet te doen, maar ik kan het niet.
Iedereen ziet dat ik je mis, en dat ik je niet meer kan vergeten.