De nymfomane in de non
Het kleurenspectrum was verdwenen, toch ervoer ze haar leven niet als kleurloos. Belogen en bedrogen door de geliefde in haar jeugd had ze afstand genomen van relaties. Het zwakke witte licht dat haar een perspectief bood greep ze met beide handen aan en nam in kracht toe naarmate de jaren verstreken. Het omsloot haar zijn en bood een veilig beschermend gevoel tegen pijnlijke invloeden. Het gaf haar een kleurloze aura waarin zich duidelijke grenzen aftekenden, grenzen die niet overschreden werden of mochten worden en gerespecteerd dienden te worden. Respectloosheid strafte ze genadeloos af met koele blikken of in duidelijke bewoordingen als haar lichaamstaal nog niet duidelijk genoeg was.
Gevoelloos in zichzelf doch niet zonder liefde naar anderen offerde ze haar dagelijkse leven in zorg voor die anderen. Los van de zorg voor anderen leefde ze alleen in het koele licht. Stabiel in zich zelf vond ze rust, las en leerde, ondervond zelden echte hoogtepunten en nog minder dieptepunten. Haar leven gleed voort in welzijn, welvaart en tevredenheid, maar haar hart was koel, ontoegankelijk voor degenen die hoopten op haar aandacht, warmte en liefde.
De enige slippertjes die ze had behoorden aan haar voeten, haar lichaam was geslotener als dat van een non voorzien met een onzichtbare kuisheidsgordel.
Ze prees zich gelukkig met haar vrienden en bekenden en de wereld om zich heen.
Toen verzwakte het licht na talloze jaren heel eventjes, maar voldoende voor haar om te merken dat het witte licht in en om haar tanende was. Haar hart werd geraakt door een onmogelijke verschijning. Een niet te bezitten verschijning dat geen deel uit kon en mocht maken van haar leven. De koelte van het licht maakte plaats voor licht in kleur, stralende kristalletjes in haar ogen en een warm gevoel drong haar lichaam binnen. Onrust betrad haar geest, haar hart doorbloedde warm, haar lichaam voelde lust, een gevoel dat ze bijna vergeten was.
Ze begon de controle te verliezen. De eenheid tussen geest en hart werd verstoord door nieuwe, of vergeten oude herkenbare, gevoelens voor een wezen, zo onbereikbaar, dat bezinning gewenst was. Een periode van bezinning waarin haar geest alles beleefde, fantasievolle, hoopvolle gedachten die uitgekristalliseerd dienden te worden tegen realiteit en wijsheid tot de rust in haar was weergekeerd. Een betrekkelijke rust want met het doven van het licht gingen haar ogen open en had haar hart een doorgangetje gevonden.
Het leven van een non werd onmogelijk en de onzichtbare kuisheidsgordel voelbaar en belastend, maar nog steeds niet verwijderbaar.
Tot het warme zonlicht lang en diep in haar binnendrong, haar huid bruinde, haar hart verwarmde, haar geest verhitte en haar ogen zich wijd openden.
Daar stond ze dan, rank, slank met een stralende glimlach vragend om hulp.
En met alle hulp die ze de afgelopen twintig jaar en meer geboden had, stond ze nu zelf hulpeloos niet in staat om de gevraagde hulp te bieden. Dat bleek geen ramp. Wel werd haar een reikende hand geboden die ze voorzichtig en behoedzaam aannam en waarbij de aanraking haar de volle omvang van het kleurenspectrum liet zien en de nymfomane in de non ontwaakte.
Indy Toma
Just*mi: | Dinsdag, juli 27, 2010 10:23 |
Nice one... | |
entropy: | Maandag, juli 26, 2010 23:25 |
In verband met je andere gedicht gebracht is het een spannend verhaal. Graag gelezen. |
|
trucker klaas: | Maandag, juli 26, 2010 22:48 |
oke dan .... teveel letters op de vierkante meter een heel verhaal .... groet ,klaas |
|
Auteur: Indy Toma | ||
Gecontroleerd door: | ||
Gepubliceerd op: 26 juli 2010 | ||
Thema's: |