ik zeweefde,ik zweefde in haar armen
ik verdronk in haar ogen
haar ogen die hellemaal door mijn
lichaam heen gingen
haar lach die mezelf deed lachen
haar lach die net een paar handen
was dat mij draagde
haar handen die over mijn lichaam
gingen,en mij kracht geefde
haar kracht die mij altijd deedt geloven
dit ben jij en niemand anders
haar lichaam waarnaar ik verlangde
haar lichaam dat mij veel vertrouwen gaf
kortom zei zelf,die mij weer heeft doen lachen,
zei die mij weer deed geloven
zei die sprak;ga je eigen leven
en het was niet haar lichaam dat sprak
maar zei zelf of haar hart