Je denkt dat je iemand bent, dat je wat voorstelt, maar je hart weet dat het niet waar is. Je bent anders,je bent geen wie, maar een iets. Anderen zullen je ook altijd zo blijven zien. Wat je ook doet, je blijft het. Vanaf de ongelukkige dag dat je werd geboren en in steek werd gelaten ben je een iets. Een eenzaam iets. Je zakt steeds dieper weg in een zee van verdriet. Je verdrinkt, je bent een iets wat verdrinkt, zoals dat gaat bij een iets. Hoe je ook probeert boven water te komen, je verloren hart houd je tegen, tot je het opgeeft en dieper en dieper wegzakt in een stille dood.