Voelde je laatst die wind in je rug .
Dat was ik vliegens vlug.
Het was op een zondag.
Bij die sieraden kraam.
Ik zag je wel.
je stond helemaal vooraan.
Maar toch zei ik niets.
Ik ging er snel vandoor.
Wand stel je voor.
Ik ben bang voor de confrontatie.
Ik denk er wel aan.
Dat kost teveel concentratie.
Toch snap ik het niet.
Dat doet me wel verdriet.
Zomaar ineens voorbij.
Wat we hadden ik en jij.
Ook weet ik niet wat er fout is gegaan.
Al maanden die grote afstand van mij.
Die leegte .
Als woorden op een school bord uitveegde.
Je bent zo kwaad op mij maar ik niet op jou.
Zal dan toch maar vertellen dat ik wel een
beetje van je hou.