Op de donkere vleugels van een schrale windvlaag
Geef jij mij, gelijktijdig, hartzeer en genot.
Ik hul me in ondoorbringbaar donker en bedenk verzen voor jou waarvan jij het zoekgeraakte rijm bespeuren móet, alsof het je zo werd ingegeven,
Want ze zijn als nachtelijke bloemblaadjes die Jou berichten toezenden van een vreemde huiverig.
In de vochtige duisternis bezin ik me en zend die breekbare kudde lettergrepen, als een rukwind van raadselen, tot de drempel van je geest die waakt.
uiteen val je plots op mij, en binnen in me weerklinken je verre woorden met die harde, schimmige geluidssterkte van een kapotte klok die uur aan uur blijft staan
in een bouwvallige huiskamer...
"vandaag als nooit tevoren" (ben er klaar mee !")
Het gaat je goed,opperste en geringe schepseltje, bedwingster van de hoogste
Top van het hart, minieme en voorname
Artieste die mijn leven zelf als een kunstwerk
In handen hebt en alom met je meedraagt!
Ster en oranjebloesem,moge jij
Verwelken in een rust van ongehuwde
En heengaan als een hemellichaam
Dat uitdooft midden in een groene weide
of als een bloem,gemetamorfoseerd
in zon die wegzinkt in haar blauwe bed.