Het matriaal waarvan de woorden worden gemaakt
en de specie die het bijeenhoudt
hebben mij stukje bij beetje
een geheim en eenzaam ritme geleerd.
Zo heb ik geleerd dat elke constructie muziek is
En dat elke muziek wordt gemaakt met blikken.
De blik van een woord is zijn betekenis,
tussen de trillende oogleden van een verlies.
Want wij kijken niet maar de woorden:
zij kijken maar ons
en misschien nog voorbij ons,
oogknipperend in een geheim en eenzaam ritme.
Misschien vind ik morgen een woord
dat nergens meer heen kijkt
en ook niet met zijn ogen knippert.
Een woord dat naar zich laat kijken.