Alleen,
In een kamer, op de bank,
helemaal alleen.
Geen knuffel en geen ramen,
geen licht om mij heen.
Alleen en eenzaam zijn,
verbitterd en stil,
Alleen gaan slapen en eten,
dat is wat ik niet wil...
Ik heb moeten vechten,
voor de liefde die ik verdien,
ik heb moeten knokken,
zodat ik ook werd gezien.
Ik wil mijn dromen waar maken,
en niemand houd mij tegen,
Ik wil nu gelukkig blijven,
met mijn allerliefste, en dat is een zegen!
Gelukkig is er mijn engel,
die er altijd voor mij is,
Ik kan hem blind vertrouwen,
en hem alles vertellen wat mij lief is.
Mijn grote liefde is mijn alles,
alles is nu mooi om mij heen,
Ik zie een mooie toekomst en veel liefde,
en nu ben ik toch echt niet meer alleen.....
Voor mijn reddende engel, die ik eeuwig dankbaar ben!