Dit is een straatje vol pigment
met ogen die het nachtelijke verkeer
in onbekende boompje weven
ik wil het niet proberen
met stijfsel en een zwartgeverfde stem
die wakker blijft en in een groot blauw bed
de bruine onschuld wil bedelven
alsof het steeds zal verder gaan:
de leegte uit, de woeker in
een huisdier, vluchtend voor een zwerm
nachtprofeten
was ik de kamer niet
ik zou voor deur gaan spelen.