Het was een mooie winterdag
het bleef niet lang meer licht.
We hadden thuis weer ruzie,
ik sloeg de voordeur dicht.
Ik ben op de fiets gestapt
en trapte blind vooruit.
Het liefst fietste ik die dag
de wereld uit.
Ik fietste door de duinen
en mijn woede fietste mee.
Ik stopte op de hoogste top
en toen zag ik de zee.
Zoals de zee daar lag,
op die mooie zomerdag.
Als een rimpelloze plas,
volmaakt, ik wou dat ik zo was....