De avond breekt de dag in twee,
een scheiding die het slapen wekt
en dromen lokt die doen beloven
dat morgen meer houvast zal geven.
Want gisteren gleed als te los zand
door vingers die naar morgen reiken
tastend naar een bries van blijven
die zal gaan liggen in vergetelheid.
De cirkel van het waken krimpt
onder de tijd die vroeg of laat
terugneemt wat het heeft gegeven
een bestaan dat nooit bestond.