het zal toch meer moeten zijn dan een broos bestand
van lijven die elkaar schampen in ridderlijk erbarmen
verwaaid als de kalkgeur van een slooppand
opgelost in zeeën van stevig omarmen
we stellen ons niets anders ten doel
dan onze voortuinen te ontdoen van uitzicht
dat hopeloos is en slechts een voorgevoel
dat de gulzige avond ons berooft van het licht
we kunnen zeggen, hier ben ik geweest
dit is het waar we heen wilden gaan
naar dit dorstten we allen nog het meest
op de vlucht voor een karig bestaan