In slaap gevangen.
Haar armen omhelzen de kussens
nu ik een leegte achterlaat, vult zij
die met haar aanwezigheid, ze doolt
in gedachtendroomlanden om daar
prinsen te vinden, merries en kastelen;
zij hult zich in schilden en mompelt
over geleden tijden. De draak die
haar vasthoudt, ontkomt mij niet.
Ik zal zegevieren, haar bekoren
tot het eind der dagen, liefde
bezegelen met kus en ring,
toekomsten zijn er om te creëren.
©Paul de Bruijn
14 april 2013