Ik kreeg bezoek van een bepaald ideevoor een versje? Voor een gedicht?
'Goed,' zeg ik. 'Je mag blijven, laten we praten.
Vertel iets meer over jezelf.'
Waarom het mij enkele woorden influisterde.
'Ach, is dat de bedoeling.' Zeg ik, 'Intressant.
Dat gaat mij al langer aan het hart.
Maar een gedicht daarover? Nee, echt niet.'
Waarom het mij enkele woorden influisterde.
'Dat denk je maar,' is mijn antwoord,
Waarom het mij enkele woorden influisterde.
'Je vergist je,' zeg ik. 'Een jort en bondig gedicht
is zo veel moeilijker schrijven dan een lang.
Maak het me niet lastig, dring niet aan, dat wordt niks.'
Waarom het mij enkele woorden influisterde.
'Vooruit dan maar, ik ga het proberen, omdat je er zo op
staat.
Maar ik zeg je op voorhand wat daarvan komt.
Ik schrijf het, versnipper het en gooi het in de prullenmand.'
Waarom het mij enkele woorden influisterde.
'Je hebt gelijk,' zeg ik. 'Er zijn tenslotte andere dichters.
Sommige zijn daarin beter dan ik.
Ik kan je namen geven,adressen.'
Waarom het mij enkele woorden influisterde.
'Ja natuurlijk zou ik hun kunnen benijden.
Wij benijden zelfs elkaars zwakke gedichten.
En die zou volgens mij ... Die heeft vast ... '
Waarom het mij enkele woorden influisterde.
'Precies, de eigenschappen die jij noemde.
Dus een ander onderwerp dan maar.
Heb je zin in koffie?'
Waarop het enkel zuchtte.
En begon te verdwijnen.
En verdween.