Ik wandel over 't strand.
Voel het hete zand,
door mijn voeten glijden
Het ruisen van de zee.
'k Loop met de branding mee.
Golven gaan wild te keer,
steeds heen en weer.
De wind strijkt door mijn haren.
Denk aan toen we nog samen waren.
De zon staat hemelshoog en straalt uit al haar glorie.
De lucht is stralend blauw.
Ik denk zo vaak aan jou.
Plots hoor ik mijn naam roepen.
De wind neemt hem met zich mee.
Steeds verder in zee.
Neen, ik ben niet bang.
Omdat ik zo verlang.
Dicht bij jou te zijn.
't Is omdat ik jou vertrouw,
en zielsveel van je hou.
Ineens voel ik jouw hand,
een hele sterke band.
Al leiden we nu,na jaren samenzijn,
elk ons eigen leven.
Ik kan het niet voorbij streven.
als ik hoor, mijn naam.
Je weer naast me zal staan.