De dag 15 augustus 2014
Het gejuich rolde als een golf over het toneel, het doek viel. Neen dit was niet het einde, hier entameerde een legenden. Diep gebogen bleef hij in die hofhouding staan. Genietend van de nazinderende ovatie. Het applaus voor de gevoelens die hij daar, op de bühne, ten toon had gebracht in een opus vol geuren en kleuren. Als ware het amazonebloemen die hij uitstrooide als tonica in hoofden en harten van de naar smachtende, binst hijzelf hunkerde naar de otium der opiaat. Dat goedje wat nagelaten diepe dalen hervuld met durven en verwachtingen. De drijfveer naar de hoogste spot der ruchebaan. Een ticketje er heen graag. Gewoon voor de tril van het ophalen, enkel en alleen voor de daarna komende val. De trofee voor de poëtische dood van een woordkunstenaar.
Het doek is nu al een tijdje dicht. Het is niet het zoeklicht dat voelt als gemist of het geschreeuw naar encore-encore ! ‘Tis gewoon donker en stil.
De danskaart is nog verre van gevuld, toch word de naald terug gezet.
Lorelei’s hymne stroomt door de aderen en omarmt hem in een wals van valse beminning. De grammofoonplaat kraakt, de whiskyfles halfvol, het masker zwaar om dragen. Nu de trompetten van Jericho van de lippen zijn gehaald, het geklets van de flitsbollen gestopt, staat nog steeds daar en diep gebogen, hij alleen in Elizabethaanse groet. De struggle was afmattend en al kende men goed de jubel van de gulle lach, op het einde is het steeds de mare van het treurspel dat heengaat in splendeur, als poëtische trofee voor een dode woordkunstenaar.
Theater stuk?