Stoer
Ik heb 100.000 km afgelegd
Mijn ogen werden verblind door regen.
Bijna omver geblazen door de wind.
Mijn onderstel werd meerdere
malen op de proef gesteld
zelfs met grof geweld.
Kasseien wilden niet zwichten.
De modder zwolg me op tot mijn knieën.
Plassen water waren toch zo verraderlijk.
Maar… ik liet me niet kennen.
Net als een paard werd in gemend met harde hand,
tot mijn hart het begaf.
Ik voelde het aankomen,
van klimmen moest ik bekomen.
Vooruit of achteruit mijn lijf wilde niet meer mee.
Zo werd ik aan de kant van de weg gezet.
Mijn karkas begint stilaan weg te teren.
Grote zweren krijg ik op mijn lijf.
Vandalen sloegen mijn ogen stuk
Kon zelfs geen regen meer smaken.
Zo verging ook mijn gebit,
Tussen bladeren, onkruid en slib.
Claire Vanfleteren ©