Een kleine jongen keek mij aan
nieuwsgierig met een onbevangen blik
dwong me naar een jeugd terug te gaan
toen ik nog serieus geloofde
in een duivel en god,
engelen en demonen, die met mij
en alle aardbewoners speelden
me knepen, omdat zij zich verveelden
met de verschillen tussen slecht en goed
me angstig maakten en hoe bang ik was
bij het kolen halen uit het koude kot