Een voor een
Leg ik om mij heen
De bouwstenen van mijn leven.
Zo bouw ik aan een huis;
En wordt aan mijn wezen een fundament gegeven.
Een voor een
Plaats ik voor en achter een
Venster met uitzicht op het leven.
Zo kijk ik door het spiegelend glas;
Zie ik een paar ogen tussen het struikgewas;
En schrik ik van mijzelf voor heel even.
Een voor een
richt ik de kamers in volgens mijn systeem
En wordt aan elk zijn eigen zin gegeven.
Zo is er boven ruimte voor mijn brein;
Voel ik beneden mijn hart meer gelukkig zijn;
En beklim ik de trap van het menselijk wezen.
Maar enkel en meer dan een
Open ik de deuren naar de wereld om mij heen
Op de momenten van geven voor het leven.
Zo vind ik de ruimte voor het moment;
Wijk ik af van de gewone vent;
En zoek ik de variatie voor heel even.